Op het inlaatkanaal is een snelontluchtingsventiel aangesloten. In het hoofdgedeelte van het ventiel bevindt zich een vacuümkamer met een veer, membraan en klep. Het membraan reageert op drukveranderingen en bij een vooraf bepaald vacuüm wordt het naar de vacuümbron getrokken, waardoor de veer in de behuizing wordt samengedrukt. Een snelontluchtingsventiel is met een vacuümslang verbonden met de inlaatpijp na de demperplaat. Wanneer de gasklep gesloten is, daalt de relatieve druk in het spruitstuk tot onder de atmosferische druk en het resulterende drukverschil drijft de zuiger van het snelontluchtingsventiel aan. De overdruk van de turbocompressor wordt dan afgevoerd naar de atmosfeer of gerecirculeerd naar de inlaat stroomopwaarts van de compressorinlaat.

15 resultaat binnen Snelontluchtingsventiel met 0 actieve filters.

Brandstofdrukregelaar 1
Compressor/Turbo 14

Hits/pagina